Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hij zal niet meer wederkeren tot zijn huis, en [32]zijn plaats zal hem niet meer kennen. 32. Dat is, zijn vrienden, medeburgers en bekenden, die in zijn huis, stad en land woonachtig zijn. Aldus wordt de plaats genomen voor degenen, die daarin zijn. Alzo onder, hfdst.8 vs.18, en hfdst.20 vs.9; Ps.37:10. Desgelijks worden de paden en wegen genomen voor degenen, die daarop wandelen en reizen; boven, hfdst.6 vs.19.